Cinnamonum zeylanicum (Kaneel)

Cinnamonum zeylanicum is een groenblijvende, niet-winterharde, dicht bebladerde boom met een dikke, ruwe, lichtbruine en papierachtig gelaagde schors. De cilindervormige kaneelstokjes worden bekomen door de binnenbast, verkregen door het schillen van jonge twijgen van minstens 6 jaar oude bomen, te laten drogen. Na het drogen, rolt de bast zich op onder de vorming van cilindervormige, roodbruine bastrolletjes of -pijpjes, die eventueel gemalen worden.

Kaneel is van oudsher een belangrijke specerij en volksmiddel tegen onder meer indigestie (vol en opgeblazen gevoel in de bovenbuik, winderigheid, boeren, misselijkheid, overgeven, zuurbranden, diarree), diabetes mellitus, kiespijn, luchtweginfecties, hoofdpijn, lage rugpijn, jicht en artritis.

Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat bestanddelen in kaneel(extract), met name proanthocyanidinen (type A en type B), een gunstige invloed hebben op de glucose- en vetstofwisseling. Het MHCP (methylhydroxychalconepolymeer) vermindert de insulineresistentie ter hoogte van de spiercellen, verhoogt de glucoseopname ter hoogte van de vetcellen en bevordert de synthese van glycogeen uit glucose. Op deze manier potentieert het de werking van insuline door de gevoeligheid van de cellen ervoor te verhogen en heeft het zelf een insuline-achtige werking, waardoor glucose beter in de cellen wordt opgenomen.

Kaneel(extract) wordt onder meer ingezet ter verbetering van de stofwisseling bij het metabool syndroom en diabetes type 2 en ter preventie van diabetescomplicaties.